Annelies was niet echt verliefd op mij. Een jeugdliefde die op de middelbare school was begonnen, maar nu in de fase was gekomen van een gezin met kind. Ze had andere vrienden met wie ze ook wel eens het bed deelde. Ik worstelde met de normen van mijn wereld: jaloezie was bezitterig en fout. Dat kon in theorie wel zo zijn, maar mijn hele wezen kwam in opstand tegen de avontuurtjes van Annelies. Ergens in die zomer vertrok ze met Fred met de droge mededeling dat ze iets met elkaar hadden en nu naar een hotel gingen. Fred liet zijn vriendin Petra bij mij achter. Ze was te overdonderd om te huilen. Petra was een lieve en mooie meid. Wat bezielde Fred? Petra wilde alleen zijn en ik liet haar. Ik kookte een simpele pastamaaltijd voor twee. “Petra eet je met me mee?” Ze had nog niet aan eten gedacht en ook niets klaargemaakt, dus at ze mee. Na het eten geen koffie. Ze vertrok meteen weer naar hun kamer. Debiel om allebei apart van elkaar in hetzelfde huis over hetzelfde probleem te zitten piekeren. Ik pakte een fles wijn en ging naar haar kamer. Praten tot middernacht en bijna als vanzelfsprekend samen naar bed. Uit wraak. Zo voelde het voor ons allebei. En dus was het niet meer dan alleen seks. Petra had lang haar, ze was slank met mooie stevige ronde borsten en haar kut voelde aan als kuikendons, maar echt genieten was het niet. We neukten snel en bijna mechanisch waarna Petra in huilen uitbarstte. We raakten in een serieus gesprek over hoe we om moesten gaan met onze vertrokken partners. De volgende ochtend een deprimerend gezamenlijk ontbijt. Aan het eind van de dag kwamen Annelies en Fred terug. Fred had spijt. Hij probeerde nog een analyse te geven van de verhouding met als eindconclusie dat hij met Petra verder wilde. De volgende dag zeiden ze de huur op en vertrokken. Terug naar Sittard waar hun ouders woonden.
De liefde tussen Annelies en mij werd er niet beter op. Het liep uiteindelijk in maart 1975 uit op een vechtpartij met een nieuwe vriend van Annelies. Die kwam het café binnen waar ik op dat moment met Annelies zat te discussiëren over haar escapades. Hij wilde dat ik onmiddellijk zou vertrekken. Ik negeerde hem waarop ik aan mijn haren het café door gesleept werd door de nieuwe vriend. Met mijn hoofd naar beneden getrokken had ik niet veel opties. Ik haalde uit zo hard ik kon, naar het over mij heen gebogen hoofd. De vriend ging knock-out en ik brak mijn middenhandsbeentje en verbrijzelde mijn knokkel. Zonder me nog te bekommeren om de vriend van Annelies ging ik naar de EHBO van het ziekenhuis, waar ik van de dienstdoend arts te horen kreeg dat als ik zo nodig moest vechten, ik ook de consequenties moest aanvaarden. De arts nam niet de moeite om mijn hand echt te behandelen. Er werd een verband om gedaan en ik werd naar huis gestuurd. De volgende dag pakte ik mijn rugzak en vertrok; de rechterhand dik in het verband. Richting het zuiden, want het was begin maart en in Nederland nog te koud om rond te zwerven.
Voordat ik ging liften ging ik bij Ine langs. Ine kende ik van feestjes met mijn studievrienden. Ine was een stevige meid, autonoom en altijd in voor avontuur. Ze had een vriendin en was in mij als man niet geïnteresseerd. Of ze meeging naar Frankrijk. Lang nadenken deed ze niet. Ze pakte haar rugzak en ging mee. Liftend trokken we door Frankrijk. Via Aix naar Marseille, waar we een slaapplaats in een buitenwijk vonden. Onze gastheer bracht ons naar de oude haven. Wat waren we naïef. Een jonge man met de naam Moussa troonde ons mee naar een volgens zijn zeggen origineel oriëntaals café-restaurant, in de Algerijnse wijk. Moussa vertelde met een zekere trots dat de politie niet in de wijk kwam. De Mocetta die we mochten proeven was absoluut heerlijk. Maar tot een maaltijd kwam het niet. De andere gasten raakten in een hevige discussie met Moussa en drie mannen stonden dreigend en schreeuwend op. Blijkbaar ging het over ons, want Moussa maakte ons duidelijk dat we beter snel konden verdwijnen. Via de keuken en de achterdeur, begeleid door Moussa’s neef die daar werkte. Moussa hebben we niet meer gezien en we liftten verder naar Nice. Daar dronken we de volgende dag koffie in het prachtig aan de boulevard gelegen, maar veel te chique en dure Negresco hotel en hadden een fantastische goedkope lunch en eindeloze gesprekken met oude vissers in een havencafé aan de Quai de la Douane.
Na nog een overnachting in Nice naar Genua. We kregen een lift van een Italiaanse vrachtwagen. “Zijn jullie getrouwd?” vroeg de chauffeur in gebrekkig Duits. Nee. Hij reed samen met een college en het was comfortabeler als Ine met de collega mee zou gaan. Ze reden samen en allebei naar Genua. Ine stapte bij de collega in, maar ze reden helemaal niet samen. We raakten al snel de collega kwijt. Ik maakte duidelijk aan mijn chauffeur dat hij zijn collega moest inhalen. Ine en ik wilden wel samen blijven. “Gun hem zijn pleziertje” was het verbijsterende antwoord. Ik begon moeilijk te doen en de chauffeur riep z’n collega op via z’n bakkie. Om mij rustig te krijgen. Ik begreep hun conversatie niet, maar de eindconclusie was dat we bij het eerstvolgende tankstation weer bij elkaar zouden zijn. Ine was blij mij weer te zien. Ze vertelde dat haar chauffeur handtastelijk was geworden en dat ze hem geslagen had. Hij had haar onmiddellijk uit zijn wagen willen zetten. Op dat moment had mijn chauffeur zich gemeld. Dus werden we ’s avonds laat achtergelaten bij het tankstation 30 km voor Genua. Carlo, de jongen die daar werkte, zei dat we daar die nacht niet meer weg zouden komen. Hij bood aan ons na afloop van zijn dienst mee te nemen naar zijn moeder die in Ronco Scrivia, een dorpje boven Genua woonde. Een lief mens dat mij nadat Ine al naar bed was haar voorraad zelfgemaakte likeuren liet proeven. Ik vroeg of de maffia actief was in Genua. Daar moest ik niet over praten. Zeker niet in Ronco Scrivia. Daar woonden belangrijke mensen met zaken in Genua, die het niet prettig vonden als je naar de maffia vroeg.
De volgende dag naar de stad Genua waar Carlo onze gids was bij een wandeling langs de haven. In een prachtige vervallen oude zijstraat waar naast joost mag weten wat in ieder geval de prostitutie een belangrijke inkomstenbron was, werd ik agressief aangesproken door twee Italianen die mij drugs probeerden aan te smeren. Carlo zei een paar korte woorden en ze dropen af als geslagen honden. Ine en ik sliepen één keer samen in hetzelfde bed, maar als broer en zus. Na acht dagen begon ons geld op te raken en liftten we terug over de Brenner richting Nederland. Ik kwam in de avond thuis aan. Annelies was thuis en deelde meteen mee dat ze nu een ander had. Een vriend van Marcel. Die van de Uzi. Ze wilde scheiden en ging bij haar nieuwe vriend wonen. En ze nam Solange mee.
Het huwelijk van buurman Paul was ook ten einde gelopen. Paul was gaan scheiden en kort daarna was een violiste bij hem ingetrokken die hij tijdens een concert had leren kennen, Emmy . Ze was na haar scheiding op de vlucht voor de roddelpers onder aanvoering van Henk van der Meijden, icoon van de Telegraaf roddelrubriek Privé. Bij Paul vond ze een onderkomen waar ze met haar 2 jarige dochtertje relatief anoniem en veilig kon wonen. Hoewel mijn voorkeur niet uitging naar klassieke muziek, zat ik regelmatig bij hen terwijl Emmy oefende op haar viool. Soms prachtig, maar vaak onderbroken doordat Emmy vond dat het niet goed genoeg was. Ze probeerde mij wel iets bij te brengen over de stukken die ze speelde. Hoe je Duitse componisten kan herkennen bijvoorbeeld: die stukken hebben een ritme waarop je kan marcheren. Emmy intrigeerde me. Waarschijnlijk ook omdat ze een beroemd violiste was. Maar vooral door een vreemde combinatie van sterke zelfstandigheid en kwetsbaarheid. In haar onzekerheid kon ze zeer emotioneel worden. Dan legde ze bij het oefenen boos haar viool aan de kant met de mededeling dat het niet ging. Ze was niet snel tevreden over wat ze deed en verweet het zichzelf als het niet klonk zoals ze vond dat het moest klinken. Voor mij klonk het al snel geweldig alhoewel voor mijn gevoel sommige stukken gewoon vals waren. Maar dat moest dan juist zo: atonaal. Als onkundige van klassieke muziek had ik een andere, negatieve, waardering voor de moeilijker stukken. Op die momenten voelde ik me ook een cultuurbarbaar. Mijn voorkeur ging uit naar snoeiharde gitaarsolo’s en niet naar de subtiele en weldoordachte klanken van Bach, Sibelius of Bartok. Maar zo af en toe, na een optreden in de schouwburg van Eindhoven, zat ik samen met Paul en Emmy voor de naborrel in de bistro van de schouwburg. Want klassieke muziek is mooi, maar de gezelligheid van een hapje en een borrel paste meer bij mij.
Het was heet de zomer van 1975. Bloedheet; tegen of boven de 30 graden, weken lang. Ik verdeed mijn tijd op terrasjes in de stad of drinkend en pratend bij vrienden. Annelies vertrok naar het ouderlijk huis van haar nieuwe vriend in afwachting van een eigen woning. Solange kwam regelmatig bij mij. De studie was afgelopen en werk had ik nog niet, dus alle tijd om leuke dingen met haar te doen. Of haar bij mijn ouders te brengen en zelf leuke dingen doen. Door de hete zomer of gewoon door toeval weet ik niet maar ik botste tegen een rondfladderende Marjan op. Marjan had die zomer behoefte aan seks, veel seks, omdat haar vriend in Frankrijk was. Mijn God, ze wist niet van ophouden. Seksverslaafd zou de diagnose nu waarschijnlijk zijn. Maar toen werd dit nog gevoegd in het losbandige hippieleven. Ze woonde boven een ijzerwinkel op het Stratumseind dus tussen de café’s, wat het voor mij dragelijk maakte. Maar eerlijk is eerlijk, ze ging ook gewoon met mij en Solange mee een dagje naar zee. En even makkelijk als ze gekomen was ging ze weer toen haar vriend terugkwam uit Frankrijk.
Van voormalig studiegenote Pia hoorde ik dat de Eindhovense Toneelgroep Proloog, waar zij ook werkte, een administratief medewerker zocht. Ik werd na een kort gesprekje aangenomen. Niet onder de functieomschrijving administratief medewerker, maar als sociaal pedagogisch medewerker. Want Proloog was links strijdtoneel en iedereen die er werkte was in theorie even belangrijk. En iedereen moest ook een keer als acteur het toneel op. Gelijkheid. Niet in salaris want de topacteurs verdienden altijd nog 5 x zoveel als de inspiciënten. Strijdtoneel vanuit een Trotskistisch perspectief. De meesten waren lid van de IKB, de Internationale Kommunisten Bond. En de vrouwen waren lid van Fem Soc, feministisch socialisten. Ook de harde kern van de Roze Driehoek, de actiegroep die vocht voor homorechten, werkte bij Proloog. Het leverde soms een vertekende werkelijkheid op. Leuzen als “alles went, behalve een vent” of “castratie in het ziekenfonds” werden door de mannen onhoorbaar morrend ondergaan. Eén van de vrouwelijke collega’s, Carlijn werd mijn vriendin. Een ontzettend lieve meid. Eén van de eerste avonden samen had ik tot laat met haar door de verse sneeuw gewandeld en ik had me zelden zo relaxed en gelukkig gevoeld. En daarna geweldige seks als kers op de taart.
Al dat linkse gedoe en de optredens bij stakingsacties van Proloog waren intussen een doorn in het oog van de uit Eindhoven afkomstige staatssecretaris Fia van Veenendaal. Zoals ze ook al de PvdA in Eindhoven als communistisch gevaar had afgeschilderd, betichtte ze nu Proloog van staatsgevaarlijke activiteiten en banden met terroristische organisaties. Proloog werd volgens haar betaald door Moskou en de subsidie aan Proloog moest onmiddellijk worden stopgezet. Woede en hoongelach bij Proloog. Betaald door Moskou? Trotskisten wilden niets te maken hebben met de stalinisten in Moskou. Er volgde een bezetting door Proloog van het CRM gebouw in Den Haag, waar een verklaring werd voorgelezen aan de pers. Proloog kreeg nog wat respijt, maar het was duidelijk dat de subsidie aan Proloog eindig was. Strijdend ten onder, werd de leus. Begin 1976 werd een grote internationale strijdcultuur manifestatie door Proloog georganiseerd in de veemarkthallen van Utrecht. Linkse theatergroepen, muziekgroepen, dichters en filmers uit heel Europa traden op. Joris Ivens bijvoorbeeld, of de Portugese zanger José Alfonso wiens lied de aanzet was geweest tot de Anjerrevolutie in Portugal. Ik had mijn vuurdoop als acteur op de planken tijdens de Strijdcultuur manifestatie. Mijn optreden was om te janken, zo slecht. Ik was geen acteur. Gelukkig viel niemand van de 4000 politiek geëngageerde bezoekers daar over.
Carnaval 1976 vierde ik traditioneel alleen. In de Krabbedans, het voormalige kantongerecht op het Stratumseind, werd ik overvallen door Riekie, die mij in Utrecht op het toneel had gezien. We belandden diezelfde avond in bed. Carlijn ging en Riekie bleef. Een jaar later gingen we trouwen en in december 1977 werd onze zoon Louis geboren. Riekie kwam uit een gezin met 6 kinderen. Zelf een groot gezin krijgen, minimaal drie kinderen, was haar grote wens. En ook ik wilde graag een aantal kinderen die ik kon laten opgroeien met de kijk die ik op het leven en de wereld had. Niet verwonderlijk dat snel na Louis nog twee kinderen werden geboren. Na Louis kreeg Riekie eerst een miskraam maar werden er toch binnen 3 jaar nog twee kinderen geboren: Greetje en Frank.