Posno

Ruben Israël Jongeneel (Illya) werd vernoemd naar zijn opa Israël Rubens (Theo). De oma van Israël Rubens was Rebekka Posno. Uit de familie Posno. Om een beeld van deze familie te geven beginnen we bij Jacob Joseph Posno.

Nadat zijn diamantslijperij van de familie Posno op de Weesperstraat bij een brand eind 1844 verloren ging werd Jacob Joseph Posno (Amsterdam, 1 maart 1810 – Haarlem, 25 oktober 1882) een van de drijvende krachten achter en de eerste directeur van de in 1845 opgerichte Diamantslijperij Maatschappij.

Deze maatschappij liet op de Nieuwe Achtergracht 168 en170 een grote slijperij bouwen: de stoom-diamantslijperij van de Diamantslijperij-Maatschappij. Op 24 augustus 1846 werd de fabriek in gebruik genomen.  Het was de eerste in Amsterdam dat specifiek als stoomdiamantslijperij werd ontworpen. Tot dan toe werden de meeste slijpmolens aangedreven door paarden. De fabriek was toen een van de grootste slijperijen in de stad, met 436 molens. Een paar jaar later waren dat er al 613. Grootse aandeelhouder was Joseph Machiel Posno. Zoon Jacob Joseph Posno werd de eerste directeur. De fabriek bleef in gebruik tot 1964, vanaf dat jaar is het gebouw gebruikt door de Universiteit van Amsterdam de UvA.

De vader van Jacob was dus de koopman Joseph Machiel
Posno (Amsterdam, 31 oktober 1784), zijn grootvader was Yechiel
(Michiel) Levie Posno (Den Haag – Amsterdam, 26 september 1820) en
zijn overgrootvader was Levie Barend Polak Posno (Poznan, 1732)
waarmee de familienaam verklaard is. De voorouders van Jacob kwamen uit Poznan in Polen, een stad die in tijd sterkte banden had met
Duitsland en vanaf 1793 tot het Duitse Rijk behoorde. Poznan was een
stad met een grote Joodse bevolking, in 1793 was bijna 25% van de
bevolking Joods.

Levie Barend trok naar Den Haag alwaar zijn zoon Yechiel, Michiel genoemd in Den Haag, aan het einde van de achttiende eeuw geboren werd. Deze Yechiel trouwde met Rebecca Levie Cohen en in de loop van hun leven vestigden zij zich in Amsterdam. Hun zoon Joseph Machiel werd er een succesvol koopman en deze Posno’s behoorden tot de beter gesitueerde Joden van Amsterdam.

Joseph Machiel woonde rond 1860 op de Prinsengracht 735 (toenmalige nummering) en 1039.

Joseph Machiel werd de vader van een groot gezin. Hij trouwde met Laure Weil (Parijs, 10 mei 1808 – Amsterdam, 17 november 1862) en zij kregen de volgende kinderen; Machiel Jacob (Amsterdam, 15 juni 1829 –
Amsterdam, 10 november 1829), Rebecca (Amsterdam, 10 oktober 1830), Constance (Amsterdam, 28 mei 1832 – Amsterdam, 12 november 1890), Joseph (Amsterdam, 28 juli 1833 – Amsterdam, 27 februari 1835), Charles Carl Jacob – Amsterdam, 25 december 1836 – Londen, 1901), Julia – Amsterdam, 13 juli 1838 – Amsterdam, 15 september 1851 Wilhelmina (Amsterdam, 10 juli 1839 – Haarlem, 29 september 1900), Ida (Amsterdam, 23 september 1840), Eduard (Amsterdam, 23 oktober 1841 Amsterdam, 16 februari 1891), Fredrik (Amsterdam, 14 september 1843 – 22 mei 1860), Emma (Amsterdam, 16 februari 1851 – Toulouse, 28 juli 1889), Jennij (Amsterdam, 24 januari 1852 – Haarlem, 7 februari 1885), Levie Posno en Assur Posno. Emma was gehuwd met Bernard Rothschild (1830).

Jacob Joseph Posno was in 1844 al een van de grote spelers bij de Amsterdamse diamantslijperijen. Hij had twee slijperijen die op paardenkracht werden aangedreven en eind 1844 ging een van deze bedrijven, op de Weesperstraat, door brand verloren. Posno gaat niet bij de pakken neerzitten en besluit innovatief te werk te gaan. Hij wil de fabriek opbouwen en vernieuwen en ging met collega-juweliers in zee en richtte met hen de Diamantslijperij Maatschappij op. Zijn vader is de grootste aandeelhouder met 70 aandelen, Jacob heeft er 16, net zoals Levie Posno en Assur Posno. Verder hebben andere grote namen eveneens aandelen, zoals Jonas Dresden, Ephraïm Dresden, Moritz Dresden, Hermanus Dresden, Marc Marchand, Léon Marchand, Joseph Marchand, Wolff Josephus Jitta en Simon Josephus Jitta. In totaal waren er zo’n 50, voornamelijk Joodse, kooplieden die deel namen aan de maatschappij.

Diamantslijperij Maatschappij

De onderneming werd een succes en behoorde jarenlang tot de grootste in Amsterdam. Men verhuurde slijpersplaatsen die naar behoefte werden gehuurd door de juweliers. Het zorgde voor efficiency en grotere winsten. Al vanaf het begin bezat de maatschappij enkele slijperijen. De eerste fabriek werd op 24 augustus 1846 in gebruik genomen aan de Nieuwe Achtergracht in het gedeelte dat nu het Roeterseiland is.

De rol die Jacob in de samenleving speelde was groot en divers. Het bericht na zijn overlijden laat zien dat hij Consul Generaal van Turkije was geweest, geridderd was in de Orde van de Nederlandse Leeuw en commandeur in de Keizerlijke (Turkse) orde van de Medjidié.

Jacob Posno president van de Diamantslijperij ging trouwen met Laure Weil in Parijs. Haar vader Lazard Weil staat in het register als rentenier aangeduid.

Jakob is teruggegaan naar Amsterdam alwaar hij o.a. dus de president van de Diamantslijperij werd.


De connectie met onze tak van de familie:

Joseph Machiel Posno Meshorer was de rijke koopman en vader van Jakob Posno ( diamantslijperij Amsterdam)

Joseph Machiel had een broer, Barend Machiel Posno. Barend Machiel had een dochter, Rebekka Posno 26.Juli 1835 en zij was getrouwd met Abraham Rubens ( de lijn van ons).

De vader van Rebecca van ons was dus een oom van Jakob Posno en een jongere broer van Joseph Machiel de rijke koopman en vader van Jakob.

Jakob Posno had ook een dochter geboren op 10 Oktober 1830. De Rebekka van ons was dus het nichtje van de ook Rebecca hetende dochter ( 5 jaar ouder ) van Jakob. Ze waren overigens diamantslijpers en ik denk daarom in de business van Jakob werkzaam.